Dutch Empathic Environment Livinglabs; empathische woonomgeving
Presentatie: Dr. Gerald Gosselink-Ramos, HAN hogeschool.
Empathische woonomgeving
Huis als Mantelzorger is een testlocatie van DEEL met allerlei innovaties waarbij het huis de taak van de mantelzorger overneemt. Gerald laat verschillende toepassingen van de empathische woning zien. Veel is ontwikkeld voor mensen met dementie, maar blijkt ook voor andere doelgroepen toepasbaar. Voorbeelden zijn:
- Hulp bij dag- en nachtritme
- Hulp om goed te blijven eten; begeleiding bij zelf koken
- Een groene wand voor verticaal tuinieren
- Tactiele prikkels, bijvoorbeeld een knuffelplek
- De inzet van geuren, geluiden afgestemd op wat mensen prettig vinden
- Een geprekstarterstafel met afbeeldingen op digitale schermen die mensen uitnodigen met elkaar in gesprek te gaan
Op basis van ervaringen worden toepassingen voortdurend aangepast of er worden varianten naar individuele voorkeuren ontwikkeld.
Deel richt zich ook op innovaties in de bredere woonomgeving. Een voorbeeld van de empathische wijk is de herinrichting van drie wooncomplexen in Waalre. Hier combineert DEEL verschillende ruimtelijke en technologische toepassingen, zoals:
- Strategisch geplaatste functies om ontmoetingen te bevorderen
- Sensortechnologie en natuurlijke begrenzingen voor veilige looproutes
- Interactieve kunst voor ontspanning en positieve prikkels (bijvoorbeeld een kunstwerk dat menselijke geluiden transformeert in vogelgeluiden)
Wearables met biometrische sensoren kunnen reacties van bewoners op de ruimtelijke omgeving meten: waar ervaren bewoners ontspanning, waar stress? Dit soort wearables zijn In de ggz zijn algemeen bruikbaar, bijvoorbeeld om oplopende stress tijdig te signaleren.
Tonnie de sociale robot als buddy in de zorg
Presentatie: Wendy Halie, GGZ Oost-Brabant
GGZ Oost-Brabant is drie jaar gelden gestart met Tonnie de sociale robot. Tonnie is een buddy voor zowel de zorgprofessional als de cliënt. Er is begonnen met een pilot voor één cliënt. Met vallen en opstaan heeft de praktijk zich verder ontwikkeld. Op het format van Tonnie kunnen verschillende soorten sociale robots worden aangesloten.
Een belangrijke eis van robotica is dat die makkelijk bedienbaar is. Zorgprofessionals kunnen, in overleg met de cliënt, Tonnie makkelijk vullen met gegevens (“als een outlook-agenda”).
Een eerste functie van Tonnie is om de status van de cliënt te bepalen. ‘Hoe voel je je?’ Afhankelijk van het antwoord kan Tonnie een interventie plegen. Als de persoon zich slecht voelt, zal Tonnie in het ene geval voorstellen wat te gaan wandelen, in het andere geval om zich even terug te trekken in een veilig hoekje. Het is altijd maatwerk.
Een extra stap is dat zorgpersoneel automatisch geïnformeerd wordt over de status van de cliënt. Dit stuit in de praktijk nog op ICT- en privacy-bezwaren. Bij gedeelde telefoons is dit niet toegestaan, bij medewerkers met een eigen smartphone kan dit wel. Hier botsen waarden van privacy-veiligheid en zorgveiligheid met elkaar.
Op basis van data die Tonnie opslaat kunnen patronen gedetecteerd wordt. Als blijkt dat iemand zich op vaste momenten van de dag niet prettig voelt, kun je gericht nagaan waar dat aan ligt en wat er aan te doen is.
Tonnie volgt de dagindeling van de cliënt en geeft aan wanneer het tijd is voor medicatie-inname, ergotherapie, dagbesteding, enzovoort. Het gaat vaak om repeterende handelingen. Voor verpleegkundigen zijn die handelingen niet altijd prettig, bijvoorbeeld als iemand vijf of zes keer gewaarschuwd moet worden om op te staan. Tonnie blijft dan geduldig en vriendelijk.
Borging is een belangrijk aspect bij de implementatie. GGZ Oost-Brabant heeft twee kwartiermakers sociale robotica die de teams een half jaar begeleiden om met Tonnie te werken. Voor het draagvlak binnen teams is het belangrijk mensen goed mee te nemen. Zo is de naamgeving van Tonnie een kwestie geweest. Verpleegkundigen wilden niet dat Tonnie als collega betiteld zou worden, daarom is het buddy geworden.