Dit gesprek is een vervolg op het artikel en bijeenkomst op deze community ‘Herstelondersteunend werken in HBO-opleidingen, en vindt plaats in de themagroep Herstel en verbinden van het waardenetwerk Volwaardig burgerschap. De themagroep richt zich in 2025 op de HBO-opleiding verpleegkunde. Als we in de ggz de omslag naar herstelgericht werken willen maken, moeten we investeren in aankomende professionals.
Een oplossing ligt in meer samenwerking en integratie van opleidingen. Daarnaast is een betere landingsbaan in de ggz-praktijk nodig. Hogescholen en ggz-instellingen slaan de handen ineen.
De opleiding verpleegkunde (Bachelor Nursing)
Verpleegkunde is een brede opleiding waar de ggz maar een klein onderdeel van is. Maar verpleegkundigen komen ook in de thuiszorg, de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg mensen tegen met psychiatrische problematiek. Dit zal eerder meer dan minder worden, in deze tijden van personele krapte.
De HBO verpleegkunde opleidingen, ook wel de Bachelor Nursing 2030, heeft net een landelijk nieuw curriculum opgesteld, waarin aanknopingspunten zitten voor herstelondersteunend opleiden, zoals positieve gezondheid en samen beslissen. De Hogescholen gaan dit in 2025 vertalen naar hun eigen opleiding.
Mogelijkheden om meer herstelondersteunend op te leiden
Vanuit aanwezigen uit Hogescholen (Fontys, Avans en Utrecht) wordt een beeld geschetst van hoe herstelonsteunend werken terug komt in hun curriculum. Dit beeld verschilt per hogeschool. De volgende suggesties voor verbetering worden gegeven:
- Het zou helpen om de ggz-onderdelen meer samen te voegen rondom basisprincipes als herstelgericht werken of positieve gezondheid, die dan telkens in de lesstof terugkeren. Een vak als psychopathologie is belangrijk om vanuit herstelperspectief te benaderen: niet (alleen) medisch, maar met aandacht voor de aard van het psychisch lijden, de functionele beperkingen, belangrijke factoren in de context en het belang van herstelondersteunende zorg.
Belangrijk voor herstelondersteunend werken is de inzet van ervaringsdeskundigen. Binnen opleidingen wordt hier nog maar incidenteel gebruik van gemaakt. Hun inbreng zou stevig geïntegreerd moeten zijn in het hele curriculum.
- Een belangrijk advies is om ruimte te creëren voor inbreng van ervaringskennis door studenten en docenten zelf. Hogeschool Windesheim heeft vastgesteld dat 40% van hun studenten ggz-agoog zelf ervaring heeft met psychiatrie of verslaving. Een bijdrage van hen over bijvoorbeeld stigma heeft een geweldige impact op andere studenten.
Herstelondersteunend werken doet vooral een beroep op een andere attitude van nieuwe professionals: naast de cliënt gaan staan. Die attitude wringt vaak met wat studenten in de rest van de opleiding leren. Bovendien is deze attitude moeilijk aan te leren bij jonge studenten die zelf nog weinig levenservaring hebben. Toch is het heel belangrijk aandacht te schenken aan waarden als empathie en presentie.
- Het beste aanknopingspunt daarvoor is de praktijk: het trainen van en feedback geven op attitude tijdens stages is van groot belang.
Een goede landing van nieuwe professionals in de ggz
Er zijn dus nog veel wensen voor verbetering in de opleidingen. Maar in de themagroep zijn ook kritische noten gekraakt over de ‘landing’ van nieuwe professionals in de ggz. Je kunt studenten kennis en vaardigheden aanleren voor herstelondersteunend werken, maar wanneer zij komen te werken in een omgeving die eenzijdig medisch gericht is en waar een sterk hiërarchische structuur heerst, dan ben je nog weinig opgeschoten. Verpleegkundigen, ggz-agogen en ervaringsdeskundigen moeten een volwaardige inbreng in de zorg hebben en ook ruimte krijgen om hun kwaliteiten voor herstelgericht werken in te zetten. Die ruimte moet hen gegund worden door mensen die doorgaans hoger in de hiërarchie staan, zoals psychologen en psychiaters. De cultuur en de machtsverhoudingen binnen een instelling zijn een belangrijke graadmeter om de geschiktheid van opleidingsplekken te beoordelen.
Meer samenwerking tussen opleidingen
Alie Weerman, lector aan de Hogeschool Windesheim, houdt in haar inleiding voor de themagroep een sterk pleidooi voor samenwerking en integratie van opleidingen voor verpleegkundigen, ggz-agogen en ervaringsdeskundigen. Voor dat pleidooi gaat ze even terug in de tijd. In 2000 gaven ggz-organisaties aan dat studenten SPH en maatschappelijk werk veel te veel bijgeschoold moesten worden. Toen is besloten dat er een landelijk verdiepend traject moest komen om mensen op te leiden tot ggz-agoog, een professional op het kruispunt van ggz en samenleving. Nu is er behoefte aan meer integratie van de HBO-opleidingen voor verpleegkundigen en ggz-agogen. Een volledig geïntegreerde opleiding is misschien niet haalbaar, maar het moet wel mogelijk zijn veel meer samen te werken en modules te delen. Bij die samenwerking zou ook de opleiding ervaringsdeskundigheid (associate degree) betrokken moeten worden.
Het pleidooi van Alie Weerman krijgt een enthousiast onthaal in de themagroep. Zowel in opleidingen als in ggz-teams is de ervaring dat studenten of medewerkers met verschillende deskundigheden elkaar versterken. In het veld is behoefte aan professionals, die breed inzetbaar zijn en een basis van herstelgericht werken hebben. Aankomend verpleegkundigen worden beter meegenomen in de herstelvisie; ggz-agogen en ervaringsdeskundigen kunnen leren van de praktische doe-mentaliteit van verpleegkundigen.
Een belangrijk bijkomend voordeel van meer integratie zal zijn dat de ggz voor studenten herkenbaarder wordt en aantrekkelijker om in te werken.
Opleidingen en ggz-instellingen samen aan de slag
De Nederlandse ggz kan een belangrijke rol spelen in het aanzwengelen van de discussie over integratie van opleidingen. De brancheorganisatie kan – net als 25 jaar geleden -de urgentie benadrukken en een beroep doen op de hogescholen.
Minstens zo nodig is een beweging van onderop, waarin hogescholen en ggz-instellingen in de regio concreet gaan samenwerken aan verbeteringen in het curriculum, integratie van modules, en een betere bedding voor herstelondersteunende zorg in de praktijk. Het enthousiasme in de themagroep is groot. Aan het eind van de bijeenkomst hebben veel deelnemers zich aangemeld om hiermee aan de slag te gaan. Het doel is dat de eerste vruchten van regionale samenwerking op 17 april a.s. in het waardennetwerk gepresenteerd zullen worden.
Ook interesse om deel te nemen aan de themagroep Herstel en verbinden van het waardennnetwerk volwaardig burgerschap? Meld je aan bij Liesbeth van Gent, netwerkcoördinator lgent@denederlandseggz.nl. Je ontvangt dan de uitgebreide verslagen en de netwerkbijeenkomsten in je agenda