Femmianne Bredewold onderzoekt al zo’n 20 jaar hoe deze groepen kunnen worden ingesloten in onze samenleving, in de context van de participatiesamenleving die meer steun van familie en informeel netwerk verwacht.
Wat mag je verwachten van buren en buurtgenoten?
Femmianne ziet dat in beleid relaties vaak op één hoop gegooid: ‘iedereen moet meer doen om inclusie mogelijk te maken’. Maar in de praktijk hebben verschillende relaties hun eigen codes en regels. Naarmate er meer sociaal-emotionele afstand is, bijvoorbeeld bij buurtgenoten of de bakker in de wijk, worden evenwicht en wederkerigheid in de relatie belangrijker. Het werkt niet om buren in een vrijwilligersrol te duwen, en, meer vragen aan mantelzorgers leidt tot overbelasting. Koester lichte contacten, zoals aandacht en beleefdheid, dat mensen helpt om zich thuis te voelen in hun omgeving. En investeer in netwerken, deze ontstaan niet spontaan maar moeten actief worden ondersteund en georganiseerd. Vooral voor kwetsbare burgers. Professionele ondersteuning en getrainde vrijwilligers zijn cruciaal om actieve solidariteit te waarborgen.
Elkaar helpen vraagt ander taalgebruik
Femmianne pleit verder voor een verandering in taalgebruik, weg van termen als "zelfredzaamheid" naar een focus op onderlinge afhankelijkheid en kwetsbaarheid. Dit vereist aandacht voor verschillen in beperkingen, om ervoor te zorgen dat mensen met een ondersteuningsvraag niet constant aan de norm hoeven te voldoen, maar dat hun specifieke behoeften worden erkend en gehonoreerd.