Met Enter zet Emergis in op digitale en transdiagnostische zorg, tenzij een cliënt duidelijk gebaat is bij andere zorg. Deze verandering past binnen een brede transitie die moet leiden tot meer regie bij de cliënt en een vanzelfsprekende rol van naasten. Digitale zorg maakt mogelijk dat de cliënt direct na de aanmelding al zelf aan de slag kan. Doel van Enter is ook om de samenwerking met sociaal domein en huisartsen te verbeteren, wat moet leiden tot een betere doorstroming van patiënten en snellere uitstroom.
Emergis heeft gekozen voor een projectmatige en ontwikkelaanpak in één. De implementatie is gestart in oktober 2023 en loopt nog steeds. Gaandeweg blijft men doorbouwen vanuit de inhoud. Dit vanuit de overtuiging dat de transitie een continu leerproces is, dat ook vanuit de context voortdurend beïnvloed wordt.
Om de transitie te begeleiden zijn focusgroepen van cliënten en verwijzers gevormd.
Belangrijke bevindingen tot nu toe zijn:
- Naasten hebben een eigen ondersteuningsaanbod nodig; hiervoor zijn diverse modules ingevlochten in de cliëntreis.
- De transitie binnen Emergis is een onderdeel van een bredere transformatie; de ggz heeft een beperkte rol binnen het gehele netwerk van ondersteuning en herstel.
- Een gedragsverandering is nodig bij zowel cliënten als behandelaars. De positie van behandelaren verandert ingrijpend; zij moeten goed worden meegenomen in de transitie.
Een eerste antwoord op deze vraag is dat het belangrijk is het verhaal achter de transitie steeds opnieuw te vertellen: waarom zijn we deze beweging gestart? Wat willen we bereiken voor cliënt en naaste? Wat is de maatschappelijke noodzaak?
Een ander aspect is: erkennen dat veranderingen ingrijpend zijn en veel van medewerkers vragen. Het is belangrijk medewerkers zo goed mogelijk te faciliteren om alle veranderingen te kunnen ‘verdragen’. Dat betekent ook: zorgen dat medewerkers zo min mogelijk last hebben van al het gedoe dat de transitie met zich meebrengt. Een positievere formulering is: investeren in medewerkers om hun verander-bereidheid te vergroten.
De rol van naasten krijgt aparte aandacht in de discussie. Rino pleit voor omdenken: niet zeggen dat naasten beter betrokken moeten worden in de zorg. Het zijn hulpverleners die toegang moeten krijgen tot het informele netwerk. Zij moeten naasten actief bevragen over hun wensen en behoeften.
Het kan gebeuren dat belangen van de cliënt en naasten niet lijken overeen te komen. In dat geval is dat onderdeel van de zorgvraag. Systeemtherapie kan daarbij ondersteunen. In veel gevallen gaat het om handelingsverlegenheid bij naasten die tools nodig hebben om met de aandoening van hun dierbare om te kunnen gaan.