In de Werkwijze Ontwikkeling Mentale gezondheidsnetwerken (MGN) wordt het verkennend gesprek beschreven als één van de functies van een MGN. In het verkennend gesprek komt iemand met een hulpvraag samen met professionals uit sociaal domein en ggz tot een plan om met de hulpvraag aan de slag te gaan. Het gesprek wordt gevoerd vanuit inzichten over herstelbevordering en positieve gezondheid. De gespreksvoering draagt bij aan herstel, hoop en regie bij de persoon. De inhoud van het plan is passend voor déze persoon én naasten. En het is meteen een advies aan de huisarts.
Het verkennend gesprek is geen diagnostisch gesprek, wel wordt het gevoerd door professionals die hun kennis en ervaring inzetten om de burger verder te helpen met zijn mentale gezondheid. Maar ze handelen niet zoals gebruikelijk bij diagnostiek/ behandeling. Het doel van het verkennend gesprek is demedicaliseren. Het is er juist op gericht om samen met de burger te verkennen welke hulp en/of zorg passend is bij diens behoefte en om vervolgens de passende begeleiding of behandeling in gang te zetten. Dit draagt bij aan het voorkómen van onnodige behandeling en aan het verlagen van de druk op ggz. Volgens de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) ontstaat er voor de ggz-professional in het verkennend gesprek een tijdelijke behandelovereenkomst. Dit wordt toegelicht in bijlage 1 van de handreiking.
De spanning die ggz-professionals kunnen voelen, is hoe zij invulling kunnen geven aan die tijdelijke behandelovereenkomst. Wat is goede zorg als het gaat om een gesprek dat geen diagnostische insteek heeft, maar juist open en verkennend is? Waarop kunnen zij worden aangesproken door de tuchtrechter, als er een incident is vlak na een verkennend gesprek? Deze notie bevat handreikingen voor de beantwoording van deze vragen. Klik op de link hieronder om naar de notitie te gaan.