Aanleiding voor dit debat was de toename van meldingen over deze doelgroep en enkele ernstige incidenten die de urgentie benadrukten. Aanwezige partijen: GL/PvdA, VVD, SGP, SP, CDA, D66, BBB, NSC, JA21. De PVV had zich afgemeld. Voorafgaand aan dit debat leverde de Nederlandse ggz input om Kamerleden te voeden met aandachtspunten en aanbevelingen.
Inbreng vanuit de Kamer
De Kamer benadrukte dat het in de kern om een zorgvraagstuk gaat dat vaak onnodig bij de politie terechtkomt. Verschillende punten uit de inbreng van de Nederlandse ggz kwamen tijdens het debat nadrukkelijk aan bod: zo werd het belang van een landelijke regierol en een duidelijke procesregisseur herhaaldelijk benoemd, net als de wens om bemoeizorg structureel en wettelijk te verankeren - een vorm van actieve hulpverlening voor mensen die zelf (nog) geen hulp zoeken. Ook wezen Kamerleden op de noodzaak van betere registratie bij de politie, meer doorzettingsmacht bij gedragsaanwijzingen en snellere invoering van de Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams). Gemeenten moeten beter toegerust worden voor hun sleutelrol, en het belang van alternatieve woonvormen zoals Skaeve Huse werd breed onderschreven.
Moties en politieke steun
Tijdens het debat dienden Kamerleden verschillende moties in die brede steun kregen. Zo riepen elf partijen het kabinet op om de aanbevelingen van de parlementaire verkenning integraal op te volgen. Daarbij werd nadruk gelegd op het versterken van de Levensloopaanpak, het verbeteren van de triage op de 112-meldkamer, het landelijk opschalen van succesvolle pilots en het wettelijk verankeren van bemoeizorg.
Ook vroegen Kamerleden om structurele regie bij de minister van BZK, inclusief een halfjaarlijkse rapportage aan de Kamer. Daarnaast pleitten de Kamerleden voor een samenhangende financiering vanuit verschillende domeinen — zoals de Wlz, Wmo, Zvw en Wfz — zodat de meest noodzakelijke interventies voor mensen met ernstig verward en gevaarlijk gedrag geborgd zijn, en professionals meer ruimte krijgen om te doen wat nodig is.
Andere moties riepen het kabinet op om snel met concrete voorstellen te komen voor betere triage, zodat meldingen over personen met verward gedrag goed worden ingeschat en de juiste zorgprofessional kan worden ingezet. Verder werd gevraagd om in de daklozenopvang psychische zorg beschikbaar te stellen, om belemmeringen voor medewerkers van woningcorporaties bij vroegsignalering in kaart te brengen en om wettelijke kaders te ontwikkelen voor de verankering van bemoeizorg in de Wmo.
Standpunten kabinet
Minister Uitermark zegt dat haar ministerie officieel geen probleemeigenaar is, maar wil partijen wel bij elkaar brengen als ‘procesregisseur’. Ze wil zorgen voor een betere samenwerking tussen zorg, politie en gemeenten. Daarvoor komt ze met een landelijke werkagenda. Staatssecretaris Maeijer (LZ) meldde dat de Wams bijna af is, als startpunt voor betere gegevensdeling en samenwerking. Ze benadrukte dat bemoeizorg een gemeentelijke taak blijft. Minister Keijzer (VRO), die verantwoordelijk is voor het realiseren van voldoende woonplekken, was afwezig tijdens het debat. Zij wordt later gevraagd om een reactie op dit punt.
Financiering en capaciteit
Staatssecretaris Karremans (JPS) herhaalde zijn standpunt dat er al veel wordt geïnvesteerd in de ggz, waarbij naast het geld vooral keuzes in het zorgstelsel nodig zijn. Hij wijst op afspraken in het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord (AZWA) en het Actieprogramma mentale gezondheid en ggz om de instroom te beperken en de uitstroom te verbeteren. Ook meldt hij dat de inzet van ggz-medewerkers in meldkamers regionaal verschilt en dat de focus ligt op training van meldkamerpersoneel. Minister Van Weel (J&V) werkt nog voor de zomer aan een brief over uitbreiding van de tbs-capaciteit.
Vervolg
De Tweede Kamer stemt op 3 juni 2025 over de ingediende moties. Houd de politieke community in de gaten voor updates.