Inbreng vanuit de praktijk
Voorafgaand aan het debat riepen de Nederlandse ggz en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) op tot een domeinoverstijgende, preventieve aanpak. In hun gezamenlijke brief vroegen zij om structurele inzet op vroegsignalering, de inzet van schoolpsychologen en betere samenwerking tussen onderwijs en zorg. Ook werd aandacht gevraagd voor het behoud van preventieve programma’s (zoals ‘Welbevinden op School’) en bestaande financiering zoals het Landelijk Kader Studentenwelzijn, dat onder druk staat door bezuinigingen in het onderwijs.
Tijdens het debat kwam veel van deze oproep terug. Zo werd de oproep op de genoemde bestaande financiering en preventieve programma’s te behouden gehoord. Daarnaast pleitten de Kamerleden voor meer preventie en ondersteuning binnen de school en samenwerking met de zorg.
Sport, signalering en samenwerking
Sport bleek een opvallend thema. Kamerleden uitten zorgen over het risico dat sporten voor studenten onbetaalbaar wordt. Ze vroegen het kabinet om uitzonderingen mogelijk te maken en de gevolgen van recente besluiten goed te onderzoeken. Ook de rol van scholen en studenten in het signaleren van mentale problemen kwam veelvuldig terug.
Daarnaast werd gevraagd om uitbreiding van succesvolle initiatieven zoals de STORM-aanpak voor suïcidepreventie, en om campagnes als ‘Hey, het is oké’ ook toegankelijk te maken voor scholieren. De inzet van docenten en schoolpersoneel in het bespreekbaar maken van mentale klachten werd als cruciaal gezien, mits zij hier goed voor toegerust worden.
Een gevoelig punt in het debat was de eigen bijdrage in de jeugdzorg. GL/PvdA uitten zorgen over zorgmijding. Ook NSC leek - als regeringspartij - niet overtuigd te zijn van deze maatregel. Karremans wilde hierop geen toezegging doen, maar gaf aan “de zorgen te delen” en dit mee te nemen in de uitwerking.
Reactie van de minister en staatssecretaris
Minister Bruins benadrukte dat het Landelijk Kader Studentenwelzijn behouden blijft tot 2030. Staatssecretaris Karremans liet weten dat het kabinet hard werkt aan het tweede deel van de werkagenda mentale gezondheid, met extra aandacht voor jongeren. Deze wordt voor de zomer naar de Kamer gestuurd.
De staatssecretaris erkende dat het huidige systeem jongeren te vaak richting zwaardere zorg leidt, terwijl preventie en ondersteuning binnen de schoolomgeving vaak effectiever zijn. Hij verwees naar initiatieven als het platform In je bol van MIND Us en studentenprojecten zoals Door het Geluid als inspirerende voorbeelden.
Toezeggingen uit het debat
De minister en staatssecretaris deden verschillende toezeggingen, waaronder:
- Onderzoek naar de gevolgen van sportbezuinigingen en de mogelijkheid van uitzonderingen.
- Verkenning van persoonsvorming in het onderwijs (najaar 2025).
- Voor de zomer een nieuwe werkagenda mentale gezondheid, met extra aandacht voor jongeren.
- Voor de zomer een brief over vrouwengezondheid, inclusief gendergerelateerde mentale problematiek.
- Nieuwe monitoring van de mentale gezondheid van mbo-, hbo- en wo-studenten vóór kerst.
In aansluiting op het Kamerdebat over de mentale gezondheid van jongeren zijn diverse moties ingediend die pleiten voor meer structurele aandacht en preventie in het onderwijs en beleid. Zo werd onder andere gevraagd om de bewezen effectieve STORM-aanpak voor suïcidepreventie landelijk te implementeren, social media als gezondheidsvraagstuk te benaderen, en het programma ‘Welbevinden op school’ structureel voort te zetten. Ook werd gepleit tegen een eigen bijdrage in de jeugdzorg en voor blijvende steun aan organisaties die zich inzetten voor LHBTQ-jongeren. Verder kwamen voorstellen aan bod over betere voorlichting door DUO over de risico’s van studieleningen, en meer aandacht voor sociale druk op meisjes en jonge vrouwen via sociale media in het onderwijs. Verschillende moties werden echter ontraden vanwege financiële onduidelijkheid of omdat onderzoek nog loopt. Op dinsdag 27 mei wordt over de moties gestemd.
Houd onze politieke community voor nieuwe updates.