Op 13 maart 2025 debatteerde de Tweede Kamer over de Wet Verbetering Beschikbaarheid Jeugdzorg. Dit wetsvoorstel beoogt onder meer de beschikbaarheid van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering te verbeteren door gemeenten te verplichten tot regionale samenwerking bij de inkoop van specialistische jeugdzorg.
Bij aanvang van het debat was er gelijk een punt van orde: er zijn meer dan 20 (meer en minder) ingrijpende amendementen, die nog op het laatste moment zijn ingediend. Daarom is besloten dit debat vandaag alleen de eerste termijn van Kamerleden te doen en de rest van het debat later. Dat zal ‘binnen enkele weken’ zijn.
Dit debat deel is hier terug te kijken en werd gekenmerkt door een sterke roep om zorgvuldigheid, met daarbij aandacht voor de jeugd-ggz en de gevolgen van de voorgestelde regionale inkoopstructuur.
Inbreng vanuit de ‘driehoek’
Voorafgaand aan het debat deden cliënten en naasten, zorgprofessionals en zorgaanbieders (de ‘driehoekspartijen’) een heldere oproep aan de Tweede Kamer: maak vaart met de wet, zorg voor tijdige en passende hulp aan kwetsbare kinderen en gezinnen in alle Nederlandse gemeenten en stop de versnippering van de jeugdzorg.
Urgentie en zorgvuldigheid
De meeste Kamerleden onderstreepten de urgentie van betere jeugdzorg, maar benadrukten tegelijkertijd dat zorgvuldigheid bij de wetgeving cruciaal is. GroenLinks-PvdA, VVD en BBB vroegen om extra tijd om amendementen te bestuderen. Hoewel haast geboden is vanwege de problemen in de jeugdzorg, vrezen verschillende partijen dat overhaaste besluitvorming tot nieuwe knelpunten zal leiden.
Regionale inkoop van specialistische jeugdzorg
Een kernpunt van het debat was de verplichte samenwerking van gemeenten bij de inkoop van specialistische jeugdzorg. Het kabinet stelt voor om 41 jeugdregio’s te creëren, terwijl sommige fracties – waaronder de SP en de PVV – hier kritische kanttekeningen bij zetten. Zij vrezen dat dit nieuwe bureaucratische lagen toevoegt en dat de verschillen tussen regio’s groot blijven. Anderzijds benadrukken onder andere GroenLinks-PvdA en D66 dat regionale samenwerking noodzakelijk is om specialistische jeugdzorg beter beschikbaar te maken.
De Nederlandse ggz vindt 41 jeugdregio’s juist nog aan de hoge kant, maar ziet dat in dit wetsvoorstel tussen alle partijen compromissen zijn gesloten en dat onder de streep dit de beweging naar verbetering inzet. Wij roepen dan ook op: maak vaart.
Specifieke aandacht voor jeugd-ggz
Binnen het debat werd de problematiek rondom de jeugd-ggz herhaaldelijk genoemd. Kamerleden signaleerden lange wachttijden, een gebrek aan gespecialiseerde hulp en de vraag of gemeenten wel in staat zijn om deze zorg adequaat te organiseren. Er is enerzijds steun voor het uitgangspunt dat hoogspecialistische jeugd-ggz zorg niet op gemeentelijk, maar op regionaal of zelfs landelijk niveau moet worden ingekocht. Desondanks waarschuwen sommige partijen dat de voorgestelde wet mogelijk onvoldoende duidelijk afbakent welke vormen van zorg op welk niveau worden belegd.
Kritiek op de regio-indeling en bureaucratie
Er werd veel gesproken over de wirwar aan regio-indelingen in de jeugdzorg. Naast de voorgestelde jeugdregio’s bestaan er al 25 veiligheidsregio’s, 25 GGD-regio’s en 152 samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Kamerleden vroegen zich af of de invoering van 41 jeugdregio’s niet juist tot méér complexiteit en afstemmingsproblemen leidt in plaats van minder. De regering verdedigt in het wetsvoorstel de keuze door te stellen dat maatwerk per regio noodzakelijk is, maar erkent dat afstemming met andere structuren belangrijk blijft.
Uiteraard is de eerste termijn van het kabinet, waarin ze op deze vragen in zal gaan, nog niet geweest. Dus een nadere reflectie op deze zienswijze is er nog niet.
Financiering en randvoorwaarden
Tot slot kwam de financiering van de jeugdzorg uitgebreid aan bod. Gemeenten kampen al jaren met tekorten en vrezen dat de extra verplichtingen uit deze wet zonder aanvullende middelen moeilijk uitvoerbaar zijn. De deskundigencommissie-Van Ark concludeerde eerder dat de bezuinigingen op de jeugdzorg niet realistisch zijn. Onder meer GroenLinks-PvdA, D66 en de SP drongen er bij de staatssecretaris op aan om duidelijkheid te geven over de financiële randvoorwaarden van de wet.
Een puntkomma, nog geen conclusie
Dit betrof dus nog slechts een eerste deel van het debat. In het tweede deel reageert het kabinet, en er volgt nog een tweede termijn (met mogelijkheid tot indienen moties). Kortom: over moties, wet en amendementen wordt voorlopig nog niet gestemd.
Het debat vandaag toonde zowel brede steun voor de noodzaak om de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg te verbeteren als zorgen over de concrete invulling van de wet. De verdere behandeling van de wet zal zich richten op de amendementen en de uitwerking van de financiële en organisatorische randvoorwaarden.
Uiteraard volgt de Nederlandse ggz dit debat op de voet, en blijven we het belang uitdragen van het voorstel zoals dat er nu ligt. Wij zullen Kamerfracties dan ook waarschuwen over amendementen die de geboekte voortgang na jarenlange discussie juist weer op losse schroeven zetten.