Het meenemen van leefstijlpsychiatrie in de behandeling binnen de jeugd-ggz krijgt steeds meer aandacht. Hoe verweef je als behandelaar praktische adviezen over leefstijl in de behandeling? En hoe worden die adviezen ontvangen? Mieke Marquenie, verpleegkundig specialist GGZ bij Fornhese, en ervaringsdeskundige Zovian (18), lid van de jongerenraad GGZ Centraal, vertellen erover.
Zovian kampt al vanaf jonge leeftijd met psychische klachten. Rond zijn twaalfde ging het zo slecht met hem dat hij maandenlang zijn kamer niet uitkwam. ‘Ik bewoog nauwelijks, kwam zelfs mijn bed niet uit. Het enige wat ik deed was op mijn telefoon kijken. Ook mijn slaapritme was totaal verstoord.’ Destijds was hij nog te jong om het te beseffen, maar het nietsdoen, gecombineerd met zijn gebrek aan slaap, maakte dat hij zich alleen maar slechter ging voelen, zegt Zovian nu. ‘We hadden toen een paard. Heel soms lukte het mijn moeder me over te halen daar naartoe te wandelen. Dat voelde dan even fijn.’
Jong geleerd is oud gedaan
Zovian’s ervaring illustreert niet alleen hoe groot de impact van leefstijl op psychische klachten is, maar ook hoe complex het aanpakken van leefstijl kan zijn bij kinderen en jongeren, zegt Mieke Marquenie. Zij ondersteunt de behandelteams van de Ermelose vestiging van Fornhese bij het aanbieden van leefstijl-interventies en -adviezen. ‘Kinderen en jongeren zijn volop in ontwikkeling. Het ene moment kun je denken: nu hebben we het op de rails. Het volgende moment doet het hoofd iets heel anders. Daarnaast heb je altijd met ouders te maken. Zonder hun ondersteuning is het moeilijk om gezond gedrag aan te leren. ‘Voor oudere kinderen komt daar nog bij: in hoeverre láten zij zich door hun ouders ondersteunen? Aan de andere kant: jong geleerd is oud gedaan. Hoe eerder je gezond gedrag aanleert, des te groter de kans dat je dat op latere leeftijd vasthoudt.’
Hoewel er bij Fornhese (dat specialistische jeugd-ggz biedt) altijd al werd stilgestaan bij leefstijl, gebeurt dit de laatste twee jaar op een structurelere en intensievere manier. De deeltijdbehandeling loopt hierin voorop. Voor jongeren die met een deeltijdbehandeling starten, vindt er een somatische screening plaats. Daarbij worden gewicht, bloeddruk (en binnenkort conditie) gemeten. Twee maanden later wordt dat herhaald. Mieke: ‘Door er nog voor de start van de behandeling aandacht aan te besteden, geef je aan: dit vinden wij belangrijk.’ Het begint bij bewustwording. ‘We gaan eerst in gesprek met de jongere: wat vált er nu eigenlijk onder leefstijl? We hebben het over voeding, over het effect van energiedrankjes, over roken. Voor veel jongeren kan wat we vertellen een eyeopener zijn. Zeker wanneer we uitleggen dat een verstoorde slaap ook allerlei andere processen in je lichaam verstoort, reageren ze vaak geschokt.’
Voor het werken aan een gezonde leefstijl is het belangrijk aan te sluiten bij wat voor jongeren werkt, vervolgt Mieke. ‘Welke activiteit spreekt hen aan? Maar ook: op welke manier kunnen we ervoor zorgen dat ze gemotiveerd blijven als het wat minder goed gaat?’ Die laatste vraag wordt ook meegenomen in het ontwikkelen van een leefstijlgame, waarvoor Mieke en haar collega’s onlangs subsidie ontvingen.
Aansluiten bij wat voor jou werkt is heel belangrijk, bevestigt Zovian, die meerdere keren onder behandeling was bij Fornhese. ‘Wat voor mij niet werkte was: ‘pak een appel en eet hem op’. Maar als de begeleiders mij na het eten vroegen of ik mee naar buiten ging om een stukje te lopen, dan vond ik dat top.’
“Het begint bij bewustwording. 'We gaan eerst in gesprek met de jongere: wat vált er nu eigenlijk onder leefstijl? We hebben het over voeding, over het effect van energiedrankjes, over roken. Voor veel jongeren kan wat we vertellen een eyeopener zijn.'”
— Mieke Marquenie, verpleegkundig specialist GGZ Fornhese
Een reden om uit bed te stappen
Leefstijl betekent voor Zovian niet alleen eten, slapen en bewegen maar vooral ook: doen waar je plezier uit haalt. In zijn geval is dat gitaarspelen, muziek luisteren en (digitaal) tekenen. ‘Als je een goede reden hebt om je bed uit te komen, om de deur uit te gaan, dan is het makkelijker.’ Hij heeft met zichzelf afgesproken dat hij minstens één keer per week iets doet wat hij echt leuk vindt. Naar een concert met een vriend. Of wandelen naar de boekwinkel om een boek te kopen. ‘Een reden om iets te ondernemen maakt het makkelijker iets vol te houden. Dan beloon je jezelf. Dat werkt beter dan: ik moet naar buiten, want dat is gezond.’
Sinds een jaar heeft Zovian een groepje vrienden die indirect ook bijdragen aan een gezonde leefstijl door hem uit te nodigen om mee op pad te gaan. De ene keer gaan ze vissen (‘fysiek niet erg uitdagend, maar dan ben je wel buiten’), de andere keer naar het vakantiehuisje van een familielid. Of naar de kroeg. Lachend: ‘We zijn wel achttien hè?’
De invloed van leeftijdgenoten valt niet te onderschatten, zegt Mieke. ‘Jongeren zijn extreem gevoelig voor peer pressure. Wat doe je als vrienden tot diep in de nacht online zijn, maar jij juist probeert op tijd naar bed te gaan en op tijd op te staan? Of als hun favoriete uitje naar de snackbar is, terwijl jij probeert gezonder te eten?’
Dat zijn dan ook situaties die ze bespreekt met een jongere. Omgekeerd kunnen leeftijdgenoten ook een positieve invloed hebben, zoals in Zovian’s geval. Het lastige is wel dat jongeren in deeltijdbehandeling het contact met leeftijdgenoten vaak zijn kwijtgeraakt, bijvoorbeeld omdat ze niet meer naar school gaan. Mieke: ‘Dan gaan we samen zoeken naar manieren waarop ze dat contact weer kunnen herstellen. En welke activiteiten ze zouden kunnen ondernemen.’
De positieve ervaringen van de deeltijdbehandeling met leefstijl sijpelen nu ook door naar de poliklinieken, weet Mieke. Inmiddels komen werkgroepen van deeltijdgroepen én poliklinieken van de vestigingen van Fornhese bij elkaar samen om goede voorbeelden uit te wisselen. Mieke: ‘Op de polikliniek van onze vestiging in Almere worden ouders uitgenodigd voor een gesprek over leefstijl. En wat er dan ter sprake komt, verschilt erg per regio. In een grootstedelijk gebied als Almere zie je bijvoorbeeld dat kinderen minder vaak met de fiets naar school gaan dan bij ons op de Veluwe.’
Medicatie en leefstijl
Het bezig zijn met leefstijl en positieve gezondheid in het algemeen heeft ook invloed op het gedrag van de behandelaars. Mieke: ‘Je gaat ook zelf meer letten op wat je eet, hoeveel je beweegt en hoe goed je slaapt.’ Ook de hulpverleners weten: niets is moeilijker dan het veranderen van gedrag en het volhouden van gezonde gewoonten. Dat is al lastig als je je prima voelt, laat staan wanneer je als kind of jongere in de put zit. En al helemaal als je ook nog medicatie gebruikt, weet Zovian uit ervaring. ‘Van sommige medicatie werd ik duf en kreeg ik ook nog eens extra trek. Dan moet je dus nóg meer gaan bewegen, terwijl je daar maar weinig energie voor hebt.’ Om die reden is optimalisatie van psychofarmaca ook onderdeel van het gesprek over leefstijl binnen de deeltijdbehandelingen in Ermelo, zegt Mieke. ‘Wat ga je eten als je als gevolg van medicijnen plotseling hevig trek krijgt? Ouders kunnen daarbij helpen door dingen in de koelkast te leggen die gezond zijn, of niet dikmakend.’
Bewegen houdt overigens niet in dat kinderen en jongeren drie keer per week naar de sportschool moeten, benadrukt Mieke. ‘Het gaat om gewoon bewegen in het dagelijks leven: de trap nemen in plaats van de lift. Vaker met de fiets, of een halte eerder uitstappen als je met de bus naar school gaat. En zware boodschappen tillen is óók een vorm van krachttraining.’
Zovian heeft nog steeds perioden waarin hij zich erg slecht voelt. Maar hij sluit zich niet langer maanden op in zijn kamer. ‘Uiteindelijk lukt het me weer die eerste stap te zetten en iets te gaan doen wat ik leuk vind. Dan voel ik me sneller beter.’